“Soms zit ik een middagje aan de keukentafel. Dan lopen we samen de stapel enveloppen door: Wat kan weg? Wat moet u bewaren? We bergen het op in een map, met handige tabbladen voor het overzicht en daarna kunnen mensen het weer zelf.” Vrijwilliger Hans vervolgt: “Soms blijf ik een half jaartje ‘in de buurt’. Dan brengen we de inkomsten en uitgaven in beeld en stel ik vragen: Hoe kun je het inkomen vergroten? Hoe kun je de kosten verlagen? Kom je in aanmerking voor het Meedoen Budget? Is dat abonnement niet veel te duur? Of kun je een beroep doen op een minimaregeling om schoolkosten of ziektekosten te kunnen betalen?”
Hans: “Wij kennen de regelingen en hebben allemaal een achtergrond in belastingen, verzekeren, administratie of bankwezen. En het allerbelangrijkste: we hebben de tijd. Tijd om inzicht en overzicht te creëren en dat geeft rust. Zo nodig verwijzen we door, bijvoorbeeld voor een belastingaangifte. Of voor schuldhulpverlening, een budgetcoach of bewindvoerder als dat aan de orde is. Alleen al door de aanvraagformulieren in te vullen om het traject te starten, neem je al zoveel stress weg.”
Mensen kunnen weer verder en dat is precies de bedoeling.
“Mensen kunnen weer verder en dat is precies de bedoeling,” zegt Marlou, coördinator Administratieve ondersteuning van Synthese. “Administratieve ondersteuning is altijd kortdurend. We nemen niks over, maar zorgen er zoveel mogelijk voor dat iemand leert zijn administratie en financiën weer zelfstandig te beheren.”
“Onze vrijwilligers komen regelmatig bij elkaar om praktijkvoorbeelden te delen. En om dilemma’s te bespreken. Denk dan aan: Hoe bewaak ik mijn grens? Want vaak speelt er veel meer dan alleen de administratie of financiën. In onze NIBUD-training voor vrijwilligers komt dat ook aan bod.”
“Hoe voorkom je nu dat mensen terugvallen in oude patronen? Zeker na schuldhulpverlening en bewindvoering -dan wordt alles uit handen genomen- is de kans op herhaling groot.” Om dát aan te pakken nemen we deel aan het Oranje fonds project ‘Meedoen samen uit de armoede’. Daar kijken we naar de effecten en hoe we mensen nog beter kunnen ondersteunen.”